Stichting Charles Beltjens

De Stichting Charles Beltjens is in 2017 opgeheven. De aktiviteiten zijn ondergebracht bij de Stichting Monografieën uit het land van Sittard. Zie: Federatie Historie Sittard-Geleen-Born: St. Monografieën L.v. Sittard

Een korte historische terugblik

Harry Strijkers

Ontmoeting

In het najaar van 1982 ontmoetten Jos Daniels uit Sittard en Harry Strijkers uit Berg aan de Maas elkaar tijdens een bezoek aan het Sittardse gemeente-archief. Onderwerp van gesprek was het leveren van materiaal voor een mogelijk artikel in de destijds succesvolle rubriek 'Zwerftochten door het Maaslands Verleden', van Harry Strijkers in het weekblad 'De Trompetter.'
Het door Jos Daniels verzameld materiaal over de Sittardse dokter Henri Daniels uit de vorige eeuw en diens rol in de bestrijding van de kinderpokken werd niet in bovenstaande rubriek gepubliceerd. Besloten werd samen een uitgebreid artikel te schrijven ten behoeve van het Historisch jaarboek voor het Land van Zwentibold. Dit was het begin van een vruchtbare samenwerking, die hierna nog tot verschillende co-producties heeft geleid.

Oprichting

In die periode werd gaandeweg besloten een stichting in het leven te roepen met als voornaamste doel uitgaven in kleinere oplagen over geschiedenis, volkskunde en cultuur in Limburg mogelijk te maken.
Gezamenlijk togen Daniels en Strijkers naar notaris Wanders in Geleen en legden hem hun plannen voor. Het resultaat was dat op 23 juni 1987 door notaris Wanders de stichtingsakte werd verleden ten huize van Jos Daniels. De Stichting kreeg de naam van de Sittardse dichter Charles Beltjens, een idee van Hein Bovendeaard. Voorzitter van de stichting Charles Beltjens werd Jos Daniels, Harry Strijkers werd secretaris-penningmeester en Joost Bontje uit Grevenbicht bestuurslid

Uitgaven

Met veel enthousiasme begon de nieuwe stichting aan het realiseren van haar doelstelling. In de begintijd werden veel werkzaamheden die voorafgaan aan de drukgang, waaronder de lay-out, in eigen beheer uitgevoerd. Op deze manier werden de kosten laag gehouden. Binnen enkele maanden was men reeds in staat het eerste boek uit geven, dat binnen de kortst mogelijke tijd was uitverkocht.
Het was het begin van een drukke en enerverende tijd voor de stichting. Binnen een jaar zagen acht uitgaven over verschillende onderwerpen het licht.
De stichting werd niet lang na haar oprichting versterkt door de toetreding van mr. Hans Wanders en drs. Guus Janssen als bestuursleden.

Herdenking

Omdat de naamdrager van de stichting, Charles Beltjens, in 1990 honderd jaar geleden was overleden, werd het plan opgevat een standbeeld voor Charles Beltjens op te richten. Ook de uitgave van een boek over de dichter met zijn in het Frans geschreven verzameld werk was een van de plannen. Hiervoor werd door Jos Daniels een speciaal erecomité geformeerd om de benodigde gelden bij elkaar te krijgen. Hij was de gangmaker en drijvende kracht achter dit project.
Door zijn volkomen onverwacht overlijden op 10 januari 1989 verloor de stichting een van haar oprichters en de grote stimulator voor de realisering van de herdenking van Charles Beltjens in 1990.
Het duurde een hele tijd voordat de door Jos Daniels aangezette projecten hun vervolg kregen. Nagenoeg op eigen kracht is het de stichting uiteindelijk gelukt om de financiering van het gedenkteken Charles Beltjens rond te krijgen.
Guus Janssen werd de nieuwe voorzitter. Medeoprichter Joost Bontje zag zich door drukke zakelijke beslommeringen genoodzaakt uit het bestuur te treden. Math Vleeshouwers uit Munstergeleen en Theo Oberdorf uit Sittard kwamen de gelederen versterken.

Literaire avond

Alhoewel zijn borstbeeld er nog niet was, werd de honderdste sterfdag van Charles Beltjens niet vergeten. Dit gebeurde tijdens een literaire avond op 21 juni 1990 in de aula van de Sittardse openbare bibliotheek. Na een welkomstwoord en toelichting over de verdere plannen van de stichting door voorzitter Janssen, lichtte drs. G. Theunissen het educatief onderwijsproject Charles Beltjens toe. Een cultuurhistorische en biografische inleiding werd verzorgd door dr. P. Nissen. Het was prof. dr. W. Kusters die enkele aspecten van het werk van Charles Beltjens belichtte.

Hommage

Medeoprichter en eerste voorzitter van de stichting Charles Beltjens, wijlen Jos Daniels, werd herdacht met de uitgave van een boekwerk als hommage voor zijn verdiensten voor de stichting en de streekgeschiedenis. Het eerste exemplaar van dit postuum Liber Amicorum werd op 28 november 1990 overhandigd aan zijn weduwe Tonny Daniels-van Kessel.

Productie

In de loop der jaren zijn de boekuitgaven van de stichting als het ware van de lopende band gerold. Deze boekwerken worden gekenmerkt door een grote diversiteit aan onderwerpen.
Het eerste lustrum van de stichting werd in 1992 in besloten kring gevierd.
Beeldhouwer Gjus Roebroek is de ontwerper van een monument voor Charles Beltjens, dat een plaats heeft gekregen in de stadstuin tegenover het gebouw van de Katholieke Leergangen, door de stichting gedoopt tot 'Jardin d'lsabelle'.
Op zaterdag 28 januari 1995 werd dit monument onthuld door burgemeester J. Tonnaer van Sittard onder de toeziende ogen van genodigden en belangstellenden.
Van tevoren had voorzitter Guus Janssen het eerste exemplaar van het verzameld werk van Charles Beltjens overhandigd aan burgemeester Tonnaer.
Math Vleeshouwers, bestuurslid van de stichting, hield na terugkomst van de onthulling in 'Hotel de Limbourg' een korte toespraak, die in deze brochure is afgedrukt

Entree

Wiel Kusters

De bomen van Beltjens

Nummer 28 is een Chinees restaurant.

Ik heb gehoord, zeg ik, dat u zo'n mooie tuin hebt. 'Aan de Markt, achter nummer 28, bevindt zich een grote tuin, die zijn negentiende eeuwse karakter vrijwel onveranderd heeft bewaard'. Mag ik hem eens zien? De vrouw achter het buffet herhaalt mijn woorden. Tuin, mooie tuin. Het klinkt als een vraag. De Chinees aan het tafeltje bij het aquarium komt overeind en loopt achter mij heen en weer. Geërgerd. Er zijn geen gasten. Mooie tuin? vraagt de Chinese. Ze weet wat ik bedoel, maar begrijpt niet wat ik wil. Ik ben niet in orde, ik zie het aan haar ogen. Als ik naar buiten loop, hoor ik hoe iemand met een luide tik het luikje van de keuken openschuift.

Via een gangetje langs de kerk bereik ik het restant van een stadswal, achter de huizen. De tuin van het restaurant blijkt van hier uit toegankelijk. Er is een poort, maar die staat open. Ik had een gesloten tuin verwacht. Beltjens' tijd is voorgoed voorbij. Of maakt dit feit nu juist een toegang mogelijk? Het voorbije verwildert. We lopen er, eerder dan we dachten, zelf verwilderend, in en uit.
Charles Beltjens werd in 1832 geboren, in Sittard. Het huis en de door mij gezochte tuin, heeft hij tamelijk goed gekend. Hier woonde in zijn tijd F.C. de Borman, geneesheer. Een kunstlievende verzamelaar van artistieke gasten. Beltjens kwam in zijn cercle terecht als violist en dichter. Zijn verzen schreef hij in het Frans. Hij werd verliefd op de jongste der dochters De Borman, Isabelle, en had met haar menige ontmoeting in de tuin, waar ze hem opwachtte bij het poortje dat via de wal toegang bood (en dat dus wel een heel erg vrouwelijk poortje was). Veel meer is ons niet bekend van Beltiens' omgang met dit meisje. Zeker is wel, dat hij op zekere dag naar Brussel vertrok, waar hij bittere verzen schreef.
Pas in 1872 keerde hij naar Sittard terug. Dagelijks was hij sindsdien te vinden in het café van 'Vatter' Schiffelers, drinkend, schrijvend, discussiërend. Onder veel meer publiceert hij in 1881 in Parijs zijn lange gedicht Nox. Hij verlangt naar verlossing uit de 'Y-grec inexplicable'.
Een huiveringwekkende formulering: het leven als vreemde letter, knellend benenpaar van een succubus.
In de carnavalskrant begint men, naarmate hij ouder wordt, de spot met hem te drijven. De leerlingen van het jezuïetencollege noemen hem Rinaldo Rinaldini. In 1891, het jaar na zijn overlijden, wordt hij in de Revue Belge herdacht met de publicatie van zijn gedicht Lamento en een prijzend memento van Alfred de Vigny.
Ik loop de tuin van De Borman in. Geen gras, geen planten of struiken. Wel bomen. Voorin, bij de keuken van het restaurant, liggen grote lege voedselblikken. Ik draai me om en loop langzaam achteruit. Ik zie de bomen van Beltjens, rechtop in hun windloze tijd. Et l'espace et le temps ne peuvent rien sur nous. Al jaagt een ventilator ons vette walmen door de kruin.

Onthulling monument Beltjens in de Jardin d'lsabelle

Math Vleeshouwers

In de literatuur en film treffen we vaak een hoofdpersoon aan, die zich verzet tegen de gangbare opvattingen en zijn eigen principes wil vormgeven. Hij wil anderen ervan overtuigen dat zijn ideaal waard is om verwezenlijkt te worden. Zo'n personage heeft meestal de sympathie van de lezer of kijker. Een held van papier of celluloid is evenwel ongevaarlijk. Maar degenen die in werkelijkheid met zo'n sterke persoonlijkheid te maken krijgen, vinden dat lastig. Met onconventionele middelen neemt hij de strijd op tegen notabelen, probeert hun ongelijk aan te tonen en knabbelt dus aan hun machtspositie.
Door het arsenaal aan machtsmiddelen slaagt men er vaak in de vrijbuiter uit te schakelen of monddood te maken en gaat de held roemloos ten onder. Hij begraaft zijn idealisme of hij blijft vanuit de ongevaarlijke zijlinie giftige pijlen afvuren op zijn niet begrijpende belagers. Een andere reactie kan zijn, dat hij zich vleugellam gemaakt voelt en dat hij een andere stek kiest om opnieuw te beginnen.
Charles Beltjens was ook zo'n extravagant Sittardenaar die de stad die hem had willen kooien, verliet. Hij was in 1832 geboren in de Limbrichterstraat. In de stadsschool van Pothast in de Plakstraat leerde hij lezen en schrijven. Zijn ouders lieten hem 1842-1843 de opleiding afronden met een studiejaar aan het particuliere College Henssen (de opvolger van Kallen), dat gevestigd was in de linkervleugel van het voormalige dominicanenklooster. Dat vonden meer vooraanstaande Sittardse ouders van belang voor de opvoeding. Na zijn studie aan het franstalige internaat te Rolduc in 1849 werkte hij enkele jaren in Leuven. Toen hij weer in Sittard kwam wonen, waagde hij het verliefd te worden op Isabelle de Borman (*1833), de dochter van de rijke arts Francois de Borman, in wiens tuin we hier staan. Beltjens was via het vioolspel in het artistieke milieu van de arts terecht gekomen en droeg er zijn Franse verzen voor. Maar toen duidelijk werd dat Charles een oogje had op de dochter, verbood haar vader haar de omgang met Charles, die in Sittard als een bohemien werd gezien. Deze voelde zich afgewezen. Hij vertrok daarop naar Brussel en vervolgens naar Frankrijk waar hij bittere verzen schreef en publiceerde, o.a. in Parijs en in Nice. Pas in 1872 keerde hij in Sittard terug. Sittard was echter een kneuterig provinciestadje waar men Beltjens wantrouwde om zijn te liberale ideeën. De carnavalskrant dreef zelfs de spot met hem.
In Parijs was hij in aanraking gekomen met de grote Franse romantici, met de Parnassiens. Zijn condorgedicht heeft relaties met de poëzie van Baudelaire en Leconte de Lisle. Beltjens had in de Franse hoofdstad gewandeld in de Jardin des Plantes. Een kreet van een wanhopige, gekooide condor die aan zijn gevangenis trachtte te ontkomen, inspireerde hem voor het kenmerkende gedicht Le Condor captif.
Hij voelde zich duidelijk verwant aan deze gekooide gier, die thuis hoorde in de Andes, maar in Parijs werd vastgehouden. Hij beschrijft hoe een schip uit Zuid-Amerika een naburige haven binnenloopt. De wind voert de geur in de richting van de condor, die daardoor onrustig wordt. Een rilling gaat door hem heen en zijn vrijheidsdrang wordt weer gevoed. In zijn kooi voelt hij zich nog niet verslagen, hij zal terugkeren naar zijn land; de gevangenschap heeft hem niet volledig murw is
gemaakt. Maar als zijn worsteling terwille van de vrijheid begint, blijken zijn sterke vleugels niet machtig genoeg. Uitgeput ligt de vogel tenslotte met kapotgeslagen vleugels in de kooi. De omstanders amuseren zich met zijn lot en juichen zelfs als hij de strijd verliest. De eens zo trotse condor moet zich schikken in zijn gevangenschap. In 1870 werd het gedicht geschreven en in 1884 in Nice en in 1885 in Sittard bij drukker Tholen gepubliceerd.

Beltjens zag de condor ook als de menselijke geest die streeft naar hogere idealen, maar daarbij machteloos is, als hij door anderen beperkt wordt. De Sittardenaar die omwille van een verboden liefde en een levensvisie die het Sittardse provincialisme oversteeg, de stad had verlaten, was eveneens gekooid. Hij voelde zich als de condor, die gedwongen was om de Sittardse horst te ontvluchten. In zijn werk is een onderhuids hoorbare melancholie voelbaar, een sombere ondertoon, tekenend voor de afgewezen talentvolle dichter, de creatieve geest, die werd miskend en verwaarloosd door zijn eng denkende stadgenoten.

Charles Beltjens in brons

Beltjens naam is in Sittard wel bekend, maar zijn dichtwerk wordt niet gelezen. Tot vandaag bestond er zelfs geen uitgave van zijn volledige werk. De Stichting die zijn naam draagt heeft hierin nu voorzien met de fraaie uitgave van de verzamelde gedichten 'Poésies'.

Al in 1891 is een comité aan het werk geweest om een beeld voor Beltjens op te richten, maar dat is niet gelukt. In 1940 is er nog eens voor gepleit. Een serieuze volgende poging is ondernomen door de pas opgerichte Stichting Charles Beltjens in 1988. Maar ten gevolge van de plotselinge dood van voorzitter en initiatiefnemer Jos Daniëls in januari 1989 moesten de plannen terzijde geschoven worden. De derde poging is nu echter gelukt, met medewerking van de gemeente Sittard en het provinciaal bestuur. Een eeuw na Beltjens overlijden kreeg de Sittardse beeldhouwer Gjus Roebroek opdracht om een monument voor Beltjens te vervaardigen.

De bronzen buste van (de dichter die we hier zien wordt getorst door een sokkel die de beeldhouwer heeft vormgegeven als de opengebroken kooi van de gevangen condor. De hardgranieten basis met de daaruit oprijzende bronzen stroken die in het borstbeeld overgaan, suggereren die kooi, zijn eigen Sittardse gevangenis. Hij breekt die open om de vrijheid te krijgen die de gevangen condor niet gegeven was. De poëzie heeft de dichter de mogelijkheid geboden om te ontsnappen aan zijn gevangenschap.

Dat dit monument een plaats gekregen heeft op dezelfde plek, waar Beltjens zijn geliefde Isabelle, zijn Aurore, ontmoette maar waar hij zich ook bewust werd van de onmogelijkheid van zijn liefde, geeft aan dit Beltjensmonument een extra dimensie. Op dit stille plekje staat dit fraaie monument als een uitnodiging om hier plaats te nemen, zich in stilte terug te trekken en er bijvoorbeeld boeken en gedichten te lezen. Hier is ook de juiste ambiance om er kleine evenementen met poëzie of muziekuitvoeringen met een kleine bezetting te organiseren, of om toespraken te houden.

Daardoor wordt dit monument een waar gedenkteken, want dat is immers de eigenlijk functie van een monument, een woord dat afgeleid is van 'monere' en dat betekent herinneren, maar ook vermanen, waarschuwen. Het zal de Sittardenaar telkens moeten herinneren aan dat verleden van die stad, die de vrije geest beperkte, die geen ruimte gaf en vleugellam maakte, een stad die nog lang geen paradijs was, een stad die ook zijn liefde onmogelijk maakte.
Daarnaar verwijzen ook de twee citaatregels op de twee driehoekvormige stenen in de grondcirkel: uit het gedicht 'Aurore' is de regel die verwijst naar de liefde als zijn levensdageraad, de verfrissende lente van zijn gedachte:

'toi je songe, á toi, majeune fiancée,
Aurore de mesjours, printemps de ma pensée.'

De slotregels uit Le condor captif verwijzen naar de gekortwiekte vrijheid en de onmogelijkheid om paradijselijke verten te bereiken:

'C'est toi qui veux rouvrir ta grande ailé captive,
O souvenir, oiseau des paradis Perdus!'

Beltjens, als kunstenaar niet begrepen, als Sittardenaar te laat geëerd. Monument en Verzamelde gedichten, opgericht en uitgegeven dankzij de stichting die zijn naam draagt, vormen een eerherstel.

zaterdag 28 januari 1995.

Uitgaven Stichting Charles Beltjens

Guus Janssen

  1. Hein Bovendeaard, Mit de kompelemente, Sittard 1987 [88 p.].
  2. Jean van Hoof, De CPN in de eerste na-oorlogse gemeenteraad van Maastricht, Sittard 1987
    [68 p.].
  3. Guus Janssen, Archivaria, Sittard 1988 [68 p.]
  4. J.H. Strijkers & J.G.M. Daniels, Alberti familia ex Pétersem, Sittard 1988 [88 p.].
  5. 'Contact' tussen Beeg en onze jongens in Indië, Sittard 1988 [132 p]; met voorwoord van Jean Knoors; in samenwerking met de Heemkundevereniging Bicht.
  6. Bertje op de Kamp (ps.), Sjetse van vreuger, Sittard 1988 [180 p.].
  7. Jan van Kempen, Zèkvrie, Sittard 1988 [52 p.].
  8. Theo Oberdorf, Anton Oberdörffer, een buursoldaat en zijn nakomelingen, Sittard 1988
    [200 p.].
  9. Liber amicorum Jean Knoors, Sittard 1989 [196 p.]:
    • J.H. Strijkers, Jean Knoors, een Maaskanter in hart en nieren.
    • J.M.A. Kreukels, Bibliografie Jean Knoors.
    • H.J. Knoors / RJ.P.M. Vroomen, Familiewapen Knoors.
    • J.H. Linssen, ChronICon reDIVIVIJM: WaaraChtige renaissanCe Van jaartaLteksten In Jean (knoors') regIo.
    • N.G.H.M. Eussen, Doopnamen te Sittard 1588-1623 april.
    • D.J.J. Lauwers/Th.M. Oberdorf, Een kaart van het gebied tussen Berg en Grevenbicht uit 1771.
    • A.M.P.P. Janssen, Obbicht contra Grevenbicht inzake de kerk van Papenhoven.
    • J.M.E. Vleeshouwers, Pastoor Stanislaus van Cooth (1777-1833), onderwijsstimulator in Grevenbicht en subregent in Leuven.
    • H.J. Op den Kamp, Jacob Beelaerts 1791-1835, kasteelheer van Obbicht, moedig militair en bekwaam bestuurder.
    • H.G.M. Rutten, Een schilderij uit kasteel Obbicht.
    • J.H.F. Thijssen, De vergeten landverhuizing van het land van Sittard naar Amerika.
    • J.H. Strijkers, Blaasmuziek langs en nabij Zwentibold's Maaskant.
    • J. van Bilsen, Mijmeringen aan de oever van de Kingbeek.
    • H.J.G. Veugelers, De reub.
    • M.H.F. Savelkoul, Zomermörge; de aw precessie; druime; dat deit de lente.
    • H. Bovendeaard, De biebelkènner; 'n hermenie (serjeus); 'n hermenie (sjpassig).
    • J. Venken, Het jaagpad.
  10. F.S.J.G. Hermse, Nederlandse hangbrievenbussen, ontwikkeling, ontwerpen, fabrikanten, Sittard 1989/1990 [138 p]
  11. Jos Daniels (+), Hommage aan eine ricbtige Zitterder, Sittard 1990 [168 pl:
    • J.H. Strijkers, Necrologie Jos Daniels (1949-1989).
    • R.J.P.M. Vroomen, Het 'familiewapen' Daniels.
    • A. Poell, deken B. Janssen, H. Bovendeaard, In memoriam.
    • J.H. Strijkers, Bibliografie Jos Daniels.
    • A.M.P.P. Janssen, Horis, sporen van een verdwenen nederzetting aan de Maas.
    • Th.M. Oberdorf, Een achttiende eeuwse enquête te Sittard.
    • J.A. Knoors, Drie kaarten van het riddergoed 'Daniëlsweerd'.
    • D.J.J. Lauwers, Grenzen bij Windraak.
    • J.W.M. Wanders, De kamer van notarissen in het arrondissement Maastricht (1803-1842).
    • J.H. Strijkers, Oorlogsbruggen in Berg aan de Maas.
    • J.J.A. Heetman, Radio omroep Limburg, Hoe het begon.
    • P.J.M. Verberne, Sittardse banken in beweging.
    • M.J.G. Daniels, Rijksdiensten in Kerkrade.
    • J.A.N.J. Bontje, De marathon.
    • H. Bovendeaard, Zittesje gebeurtenisse.
  12. P.B.N. van Luyn, A.M.P.P. Janssen, J.M.E. Vleeshouwers, De oude Sint Salviuskerk te Limbricht, Limbricht/Sittard 1991 [16 p]; in samenwerking met de Beheerscommissie St.-Salviuskerkje Limbricht.
  13. Piet Zits, Bewegen langs decors die blijven, Sittard 1991 [104 p.].
  14. A.M.P.P. Janssen, J.A. Knoors, D.J.J. Lauwers, J.M.S. Oremus, H.M.J.Palmen, W.F.Th.E.M. Willems, Castrum de Borne, Uit het verleden van kasteel Born, Sittard 1991 [168 p.].
  15. Bart van den Berk, Holtum in sombere dagen 1940-1945, deel 1, Sittard 1991 [128 p.].
  16. Frits Hermans, Historiscbe opstellen over de parochie HH. Marcellinus en Petrus te Geleen, Sittard 1991 [100 p.].
  17. A.P.J. Jacobs, A.M.P.P. Janssen, J.M.T. Janssen-Daniëls, G.G.M. Lomme, De parochie van St.Nicolaas te Guttecoven, Sittard 1991 [128].
  18. Albaer Sluijs, Mien Zitterd, Sittard 1991 (herdruk 1992) [100 p.].
  19. F.S.J.G. Hermse, Nederlandse filatelieloketsternpels en stedekaarten, Sittard 1991 [24 p.].
  20. Hans Berghuis, Frans Budé, Leo Herberghs, Wiel Kusters, Charles Beltjens herdicht, Landgraaf 1991 (via uitgeverij Herik) [16 p.].
  21. Annie Schreuders-Derks, Uit Anna's Santenkraam, Volksgebruiken rond Heiligen, Susteren/Sittard 1992 [104 p.].
  22. Bart van den Berk, Holtum in sombere dagen 1940~1945, deel II, Sittard 1992 [224 p.].
  23. A.M.P.P. Janssen, Sittardse relieken, Sittard 1992 [38 p.].
  24. Magister Artium, Onderwijs, kerk en kunst in Limburg, Sittard 1992 [292 p.].
    • Dr. A. Mekking, Laudatio.
    • Dr. L. Bosman, Romeins of romaans? Verwarring over de vermeende Apollotempel in Maastricht.
    • Dr. A.M. Koldeweij, Het beeldbepalende Sint Servatiusbeeld. Opkomst en ontwikkeling van circa 900 tot in de twintigste eeuw.
    • Dr. Renate Kroos, Schmuckgaben an Reliquiare, Gnadenbilder und Vasa Sacra.
    • Dr. J.A.K. Haas, De broederschap der kapelanen van de Onze Vrouwekerk te Maastricht.
    • Drs. Mieke L. de Kreek, 'Uit de werkplaats van Hans Reinhart de Oude'. Een zestiende
      eeuwse medaille in de Maastrichtse Onze Vrouwebasiliek.
    • Drs. Ingrid M.H. Evers, 'De man die wedijverde met de donder'. De Thomse orgelbouwer Willern Hennans (1601-1683).
    • Drs. C.H.G. Schutgens, De Bijbel aan de ketting. Achtergrond van bisschoppelijk ingrijpen te Erkelenz (1718).
    • Drs. A.M.P.P. Janssen, Custos et simul ludimagister. De koster-schoolmeester in Sittard in omgeving vanaf het Concilie van Trente (1545-1563) tot de Franse Tijd (1794).
    • Dr. PJ.H. Ubachs, Het primaire onderwijs in de Franse Tijd, vernieuwd of vernield?
    • J.M.E. Vleeshouwers, Van koster tot onderwijzer. Pastoor Page en de onderwijsvernieuwing in de negentiende eeuw.
    • Dr. H. van Dijk, Kerkmuziek in Maastricht gedurende de negentiende eeuw.
    • Dr. M.B. Hanson, Bisschop C.R.A. van Bommel (1829-1852) en het middelbaar onderwijs in Limburg.
    • R. de la Haye, Martinus van Tongeren, een negentiende eeuwse heilige?
    • Drs. Bernadette C.M. van Hellenberg Hubar, Naar een 'kleurrijk vercieringsstelsel'. Cuypers' vroege polychromie in perspectief.
    • Drs. M. Bohnen, Tevreden rokers zijn geen onruststokers. Het rookverbod in de Congregatie van de Broeders van Maastricht.
  25. Jo Smits, Mijn Sporen, Sittard, 1995 1184 p.].
  26. Chel Savelkoul, 't Laog väör 't oprape, Sittard, 1995
  27. J.M.H.A. Schrijnemakers, Einighausen. Oorsprong en ontwikkeling van dorp en parochie, Sittard, 1995 [256 p.].
  28. Math. Vleeshouwers, Stadsbeelden Sittard, Sittard 1992 (herdruk 1993) [188 p.].
  29. Th.M. Oberdorf, Kleintje Sittard. Geschiedenis van Sittard voor kinderen, Sittard 1993 [88 p.]
  30. Drs. R.F.M. Verstaen, Op zoek naar de verborgen stad. Sittard in verleden en heden, Sittard 1993 192 p.].
  31. Drs. John van Cauteren, De kerk en kerkschat van het kapittel van St. Salvator te Susteren, Susteren/Sittard 1993 [56 p.].
  32. P. van Luyn e.a., Ophoven, boeiend en groeiend, Sittard 1993 [100 p.].
  33. Charles Beltjens, Le Condor Captif, bewerkt door drs. G.J.M.Theunissen, Sittard 1993 [28 p.].
  34. De jaren verstrijken.... Sittard 1993 [146 p]:
    • F.S.J.G. Hermse, Voorwoord.
    • A.M.P.P. Janssen, Een halve eeuw Harry Strijkers.
    • A.M.P.P. Janssen, Bibliografie Harry Strijkers.
    • J.M.E. Vleeshouwers, Onderwijs in Berg en Urmond in de eerste helft van de negentiende eeuw.
    • Theo Oberdorf en René Lauwers, Zef Wilms z.g., het geheugen van Sittard, niet alleen fotografisch.
    • A.M.P.P. Janssen, Het kerkelijk leven in Berg aan de Maas tussen 1500 en 1800.
    • Martin A.J. Pfeifer, De kadastrale reconstructie van Elsloo.
    • J.H.M. Hoen, Prosopografie, een andere aanpak van genealogisch onderzoek.
    • F.S.J.G. Hermse, Van de binding van stikstof tot de ontbinding van het SBB.
    • J.A. Knoors, 'Meetinghe der vrijheijdt van Urmondt' anno 1719.
    • Régis de la Haye, Johan Christiaan Delahaye, pastoor van Munstergeleen en pedagoog.
  35. Albaer Sluijs, Mien Dialek, Sjpelé mit weurd en gezèkdes in òs taal, Sittard 1993 [100 p.]
  36. Zef Michels, De zwarte werkelijkheid, Sittard 1993 [96 p.].
  37. Math. Vleeshouwers, Stadsbeelden Sittard, deel 2, Sittard, 1994 [184 p.]
  38. J.Groenveld, e.a., De scholen van Ophoven in woord en beeld 1918-1993, Sittard, 1994 [108 p.]
  39. Charles Beltjens, Poésies, Sittard, 1995 [256 p.]
    • P.J.A. Nissen, Charles Beltjens in zijn tijd, een biografische schets.
    • W. Kusters, Condor en papegaai.
    • A.M.P.P. Janssen, Glossarium classicum.
  40. Stichting Charles Beltjens, 'Een terugblik Sittard 1995 [24 p.]
    • Harry Strijkers, Een korte historische terugblik.
    • Wiel Kusters, Entree, De bomen van Beltjens
    • Math. Vleeshouwers, Onthulling monument Beltjens in de Jardin d'lsabelle
    • Guus Janssen, Uitgaven Stichting Charles Beltjens.
  41. Albaer Sluijs, Mien modesjtaal in rume, gezègkdes, weurd gedichte, versjkes en invelkes, Sittard 1995 [104 p.]
  42. Harry Strijkers, Jos Dols, DSM Bedrijfsbrandweer in historisch perspectief, Sittard 1995
    [128 p.]
  43. Nathan Wijnperle, Jac Lemmens, Zou ik het willen overdoen?: het levensverhaal van een joodse overlevende, Sittard 1996 [116 p.]
  44. Harry Strijkers, Vijftig oogstdankstoeten in Berg a.d. Maas, Sittard 1996 [116 p.]
  45. Harry Strijkers, Th.R. Neutelings (1892-1994): van industrieel tot filosoof, Sittard 1996
    [112 p.]
  46. Liber Amicorum Nico Hamers, Sittard 1996 [200 p.]
  47. Math. Vleeshouwers, Beelden uit Limbricht: dorp rond drie torens, deel 1, Sittard 1996 [132 p.]
  48. Cyriel Laudy, Zes vrouwen uit Sittards historie: twaalf vragen aan mannen, Sittard 1997 [72 p.]
  49. Peter Camps, Jederen daag is ein fees: een activiteitenkalender voor jong en oud, Sittard 1997 [104 p.]
  50. Math. Vleeshouwers, Beelden uit Limbricht: dorp rond drie torens, deel 2, Sittard 1997 [151 p.]
  51. Harry Strijkers, Vijftig jaar Centraal Archief DSM, Sittard 1998 [68 p.]
  52. Jan Creusen, Tekenschrift: het dagelijks leven rond de baroktijd, Sittard 1998 [86p.]
  53. Serviam, 1930-1998: MMS, Lyceum, Scholengemeenschap havo-atheneum-gymnasium: gedenkboek, Sittard 1998
  54. Willy Savelkoul, Maar mijn hart bleef in Bosnië, Sittard 1998 [160 p.]
  55. Liber Amicorum Tony van Wijck, Sittard 1998 [163 p.]
  56. J. Heggen, Wij waren er bij: oorlogsherinneringen uit Susteren, Posterholt en Montfort, Sittard 1999 [276 p.]
  57. Netwerken: opstellen aangeboden aan drs. J.M.A. Kreukels ter gelegenheid van zijn afscheid als gemeentearchivaris van Sittard, Sittard 1999 [184 p.]
    • Peter Boudewijn, Jo Kreukels, historische ambassadeur van Sittard
    • Günther Bers, Buchwidmungen eines Theologen
    • Peer Boselie, Bij de beesten af
    • Severin Corsten, Studenten aus Sittard an der mittelalterlichen Universität Köln (1388-1500)
    • A.M.P.P. Janssen, Stof in de kerk!
    • F.H. Keysers, Doctor Pierre Henri Daniels (1776-1837) en zijn proefschrift
    • J.A. Knoors, Hand -en Spandiensten in de Heerlijkheid Obbicht en Papenhoven, anno 1730
    • René Lauwers, Lucia Lemmens in de Mullen
    • P.B.N. van Luyn, Umb gots wil
    • Wim Nolten, Genealogie Kreukels
    • Th.M. Oberdorf, Sittards Woonverleden, een gigantisch netwerk
    • Jan Oremus, Voltaire en Grein
    • J.H. Schrader, Vijf werkdagen van een "kukekremer"
    • Kees Schutgens, Elke tijd heeft zijn eigen " heiligen": het verloop van de Marcoenverering
    • Lou Spronck, De jeugd van Bernard Pothast
    • Harry Strijkers, Het Sittards toneelleven in vogelvlucht
    • J.M.E. Vleeshouwers, Een snel groeiende Mariadevotie in Sittard
  58. F.S.J.G. Hermse, Notities van een koster: Johan Mathijs Dohmen, schoolmeester, koster en chroniqeur 1801-1878, Sittard 2000 [112 p.]
  59. Jan Creusen, Tekenschrift: barokke narigheden, 250 jaar meer oorlog dan vrede in Oostermaas, Sittard 2000 [82 p. ]
  60. De prins kump! Sittard 2000 [120 p.]
  61. Volmar Delheij, Antoine Jacobs, Kerkenbouw in Limburg, 1850-1914: neogotische en neoromaanse parochiekerken en hun architecten, Sittard 2000 [223 p. ]
  62. Jan G.C. Simonis, A.P.J. Jacobs, A.M.P.P.Janssen, Zielzorgers in het bisdom Roermond, 1840-2000, Sittard 2001, [539 p.]
  63. Math.Vleeshouwers, Beelden van scholen in Sittard, Sittard 2001 [192 p]
  64. Bert van Diem, Zeus & Co: Griekse mythen met een knipoog, Sittard 2001 [161 p.]
  65. GODT BEWAERT DEN SINE IN NOOT: 500 jaar protestantisme in Grevenbicht, Sittard 2001 [210 p.]
    • J. Röell, Voorwoord
    • P.J.A. Nissen, Grevenbicht en omgeving in de periode van de vroegere doperse hervorming
    • A.M.P.P. Janssen / J.M.A. Kreukels, Het protestantisme in en om Grevenbicht van 1568 tot 1673
    • W. van der Linde, Protestants Grevenbicht als onderdeel van de Hervormde Gemeente Urmond 1637 tot 1828
    • F. Ruber / J. Schrader, De Franse tijd van 1801-1815
    • T.L. Korporaal / J.A. Knoors, De periode 1828 tot 1862
    • H.M.J. Baars / J.A, Knoors, Grevenbicht en het protestants kerkelijk leven in de 20e eeuw
    • J. Röell e.a., De Hervormde Gemeente anno 2000
  66. Wim van Bergen, Limburg 1914-1918, Sittard, 2003, [.. p.]
  67. Cyriel M.J. Laudy, Alphons Winters, Veelkleurig palet (Venlo 1906 - Sittard 2000), Sittard, 2004, [160 p.]