Verhoudingen tussen kapittel en parochies

De relaties tussen een kapittel of klooster enerzijds en parochies anderzijds konden diverse vormen aannemen. Zo kon een kapittel de tienden van een bepaalde parochie in bezit krijgen, m?t de erbij behorende verplichtingen. Dikwijls, maar niet altijd, was aan dit bezit van tienden ook het presentatierecht gekoppeld. Ontving een kapittel daarnaast ook nog de inkomsten van de pastoor, dan ging men spreken van "incorporatio". Ook de incorporatie kon in diverse variaties voorkomen. Wanneer ze beperkt bleef tot de materi?le zaken en het kapittel slechts de inkomsten van de pastoor ontving, is er sprake van incorporatio minus plena. Werd het kapittel zelf gezien als de pastoor (ook wel pastor primitivus genoemd) en stelde het een vicarius perpetuus aan voor de zielzorg in de parochie, dan noemt men dit een incorporatio plena (of pleno iure). Deze vicarius perpetuus moest dan wel door de bisschop of diens zaakwaarnemer (aartsdiaken of landdeken) benoemd worden. Had de bisschop helemaal geen invloed meer op de gang van zaken en kon het kapittel of klooster naar eigen goeddunken een vicarius benoemen of afzetten, dan wordt dit aangeduid met incorporatio plenissima. Het laatste geval, waarin men spreekt van een vicarius ad nutum amovibilis, was in het bisdom Luik zeer zeldzaam . Overigens bleven bij een incorporatio de kerkmeesters in de parochie in functie. De inkomsten uit landerijen van de kerkfabriek waren immers niet overgegaan in handen van het kapittel.

Wanneer bij een incorporatie het kapittel in bezit gekomen was van de inkomsten van een pastoor of zelf pastoor geworden was, diende het aan de pastoor zelf of aan de vicarius perpetuus middelen te geven om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Deze middelen werden aangeduid met de term portio congrua. De omvang van deze portio congrua varieerde van plaats tot plaats en bisschoppen drongen er herhaaldelijk op aan dat de vicarii over een bepaald minimuminkomen zonder meer moesten kunnen beschikken . In 1288 gaf de bisschop van Luik aan de aartsdiakens en landdekens de opdracht hierop nauwlettend toe te zien en bij defici?nte inkomsten de patroni en zelfs de parochianen tot een bijdrage te verplichten.


Volgende: De parochiekerk van St.-Petrus en het Sittardse kapittel
Vorige: De verplichtingen van de tiendheffers
Overzicht: St.-Petruskerk

Andere verhalen over dit onderwerp:Periode 1299, Kerk en Geloof.