Toon Hermans' Levensboek heeft hoog Sittard-gehalte

door Harrie op den Kamp

Een groot deel van het laatste boek van Toon Hermans dat op 7 september 2001 in Grand Café Classique (het vroegere Ober Bayern) te Sittard is gepresenteerd, speelt zich af in de stad waar hij op 17 december 1916 om acht uur 's morgens geboren is. Het is het Sittard van vóór de Tweede Wereldoorlog en direct daarna, vóór de cabaretier definitief naar Amsterdam vertrok. Toon Hermans dicteerde zijn herinneringen in zijn laatste levensjaar aan zijn secretaresse Mieke van Eeuwijk. Hij stierf op 22 april 2000 en werd in Sittard begraven bij zijn vrouw Rietje Weytboer, die tien jaar eerder overleed aan kanker.

Tussen dit Sittardse begin en einde heeft zich het rijke, vitale leven van Toon afgespeeld. Zijn Sittardse jeugdherinneringen hebben voor een groot deel betrekking op de bewoners, de huizen en de sfeer van de pittoreske binnenstad met de as Paardestraat, Markt, Limbrichterstraat, Voorstad, Brandstraat, Steenweg, station met uitstapjes naar de Putstraat, de Odastraat, het Park, de Kolleberg en het kerkhof. Het was de wereld rondom de Grote Kerk, waarin hij in zijn jeugd vele uren verbleef achteraan bij de uitgang onder het oksaal. Vooral de bewoners van de grootste Sittardse winkelstraat, de Limbrichterstraat, staan onuitwisbaar in Toons geheugen gegrift. Prachtig zijn de typeringen van speelgoedwinkelier Schutgens en zijn priesterzoon Jean. De etalages van de fotografen Zef Wilms ("d'n Tiptop") en Stassen op de Steenweg worden met veel gevoel voor karakteristieke details beschreven. Toon heeft een fotografisch geheugen en schildert met zijn pen zoals hij dat ook in zijn schilderijen doet, de kleurrijke Sittardse samenleving met veel rijk Rooms leven. Hij geeft een prachtige beschrijving van de gezellige Sittardse Markt die de wandelaar, komend uit de nauwe winkelstraten, een gevoel van openheid gaf. Hier speelde
zich het uitgaansleven af. Hier waren concerten van de beide harmonieën (de Philharmonie en St.-Joep)en zangkoren. Hier waren de kermissen en jaarmarkten. Hier begonnen de processies. Hier ontmoetten de jongelui elkaar. Het is wonderbaarlijk hoeveel jeugdvrienden Toon zich nog herinnert. Met hen vierde hij carnaval, speelde hij circusje en maakte hij zijn vele Sittardse revues.
Hier lag de basis van zijn latere shows waarmee hij Nederlands beroemdste entertainer werd.

Boeiend zijn de herinneringen aan zijn ouders en grootouders, zijn broers, tante Fieneke Dullens, de huizen waar hij woonde, zijn geliefden onder wie Gertie van Houdt, die hem in de oorlog ook in Amsterdam bezocht. Voor haar maakte hij in de oorlogsjaren ook het beroemde zelfportret dat momenteel in het Singer Museum in Laren is te zien. Overigens vermeldt hij dit niet in het Levensboek.

Met zijn egocentrische broer Fons, de latere journalist, een merkwaardig en controversieel figuur die evenals Toon een echte biografie verdient, was de verhouding niet altijd even hartelijk. Toon leed eronder dat zijn moeder duidelijk meer voelde voor de erudiete oudste zoon Fons, en zijn eigen optredens niet al te hoog aansloeg. Over zijn beide jongere broers Zef en Jan schrijft Toon niet veel. We weten uit andere bronnen dat hij altijd heel bezorgd is geweest voor zijn jongste broer Jan, die vaak depressief was. Hij stimuleerde hem om zich te bekwamen in de schilderkunst. Zelf schilderde Toon veel decorstukken en hij richtte etalages in bij de Sittardse middenstanders. Bekend is uit zijn jonge jaren het portret dat Toon schilderde van de legendarische deken Tijssen, een voorbeeldig priester die de armlastige weduwe Hermans financieel bijstond. De geboorteplaats van Tijssen is overigens niet Susteren, zoals Toon schrijft, maar Wessem. In Susteren was hij wel pastoor voordat hij naar Sittard kwam.

Als je erop let, is het opvallend hoeveel kleur Toon doet in zijn beschrijvingen. De potloodslijper in de vorm van een wereldbol en de in de zon schitterende melkbussen op het karretje van de melkboer op de Steenweg zijn hier prachtige voorbeelden van.

Wanneer Toon uit Sittard vertrokken is, blijven de herinneringen aan zijn geboortestad doorspelen tijdens zijn optredens in Carré en ook buiten Nederland: in Antwerpen, Wenen, Duitsland en Canada. In New York blijkt dat hij mentaal niet is opgewassen tegen de commerciële American way of live. Hij blijft in diepste wezen een Sittardenaar.

Onuitputtelijk is de inspiratie die hij in zijn Sittardse tijd heeft opgedaan. Toons carrière is zeker niet alleen beïnvloed door een vrolijke jeugd. Armoede en verdriet hebben een onuitwisbaar stempel gedrukt op zijn leven en optredens. Daarvan zijn in dit Levensboek genoeg voorbeelden te vinden. Hij heeft weten te overleven door een enorme creativiteit, vitaliteit en optimistische levensinstelling, waarmee hij diverse generaties Nederlanders heeft geboeid.

De laatste decennia van zijn leven is Toon op de spirituele toer gegaan. Hij komt dan tot meer diepgang in zijn levensvisie, die uitgesproken pantheïstisch wordt en aan Guido Gezelle doet denken. Ook hiervan getuigen heel wat passages in dit boek die soms wat zweverig aandoen. Menigeen die Toon alleen oppervlakkig kent als de grappenmaker van het theater, zal hierdoor minder worden aangesproken. Een ander bezwaar dat men tegen dit boek kan hebben is de wat springerige van de hak op de tak schrijftrant. Maar juist hierdoor legt hij onverwachte verbanden en krijgt het boek een eigenheid die typisch Toon Hermans is.

Toon noemt zijn boek uitdrukkelijk geen autobiografie, zoals onlangs vermeld in een van de Limburgse dagbladen. Hij heeft naar eigen zeggen een uitgesproken afkeer van jaartallen en datering van feiten en daarom is het voor de lezer soms moeilijk om feit en fictie te onderscheiden. Beide vloeien bij Toon wel eens in elkaar. Een toekomstige biograaf zal veel moeite hebben om uit de soms smakelijke omvorming van de werkelijkheid de historische feiten te reconstrueren.

De bewonderaars van Toon Hermans - en dat zijn er velen ook buiten Sittard - zullen in dit mooi uitgegeven levensboek heel wat herkennen uit zijn eerder verschenen Verhalen uit mijn Leven en zijn gedrukte dagboeken. Ook het reeds lang uitverkochte Portret van Toon bevat nogal wat herinneringen die terug te vinden zijn in dit Levensboek. Toch is er in Toons laatste boek veel nieuws te lezen en is de chronologische lijn wat duidelijker aanwezig dan in deze vroegere publicaties.
Sittardenaar Toon Hermans blijft een boeiend entertainer ook in zijn Levensboek, dat ongetwijfeld zijn weg naar een groot publiek zal vinden.

De uitgever is De Fontein.