Toen Walram weer wakker schrok, dreven er donkere wolken over de brandende stad. Hier en daar sloegen er vlammen hoog boven uit. Met donderend geraas stortte de torenspits in en sloeg een groot gat in het kerkdak. Overal rond de kerk brandden huizen, evenals in de Putstraat en Paardenstraat. Op de grote markt stond het nieuwe stadhuis in lichter laaie. Ja, zei Jacob, de Franse koning heeft Maastricht ingenomen, vier jaar geleden, in 1673. Van daaruit overvallen zijn troepen de omliggende steden. Sittard laat hij in brand steken om de hertog van Gulik te straffen. Schandelijk! Slechts een twintigtal huizen zijn gespaard gebleven, waaronder het huis waar ik tien jaar zelf heb gewoond, van 1636 tot 1646. Maar het nieuwe Dominicanenklooster, dat achter je ligt, naast het Huis op de Berg, is gelukkig gespaard, met de fraaie Michaelskerk die de paters hebben laten bouwen. Toch is de stad geru?neerd en als vesting waardeloos geworden.
Walram was diep onder de indruk. Hoe zou zijn stad zich ooit kunnen herstellen?