Wonen rond 1543

Paniek in de stad. Oorlog in het land. In de verte zijn de oorlogstrommen en trompetten te horen, evenals het schreeuwen van de talloze soldaten en het geroffel van honderden paardenvoeten aan de oostkant van Sittard. De schutterijen van Sittard zijn uitgetrokken. De stadspoorten zijn dicht en op de wallen staan mannen op de uitkijk. Men is bang. Vorig jaar nog kwamen de mannen van de keizer die, nadat ze een heel jaar ingekwartierd waren geweest, de vestingwerken verwoest hadden. Een ellendige tijd was het geweest. Brand, diefstal, roof, plundering, mishandelingen waren voor de burgers van de stad werkelijkheid geworden. Huizen waren in vlammen opgegaan en voedselvoorraden die in de kelders lagen waren geroofd. Soldaten hadden vorig jaar, bij de inkwartiering, bij veel mensen de meest waardevolle spullen gestolen die mensen in huis hadden. Meestal lagen die spullen in een kist. Elke avond waren toen soldaten in huis geweest, die aten op kosten van de bewoners. De worsten en hammen die in de schoorsteen hingen, waren na afloop van een inkwartiering meestal verdwenen; opgegeten of gewoonweg meegenomen. Alles wat maar enigszins bruikbaar was, werd meegenomen. Dus kon men in feite compleet opnieuw beginnen. Het vee dat in de weilanden stond was opgegeten door de soldaten en fruitbomen waren omgehakt voor het kampvuur van de soldaten. In het claustrum was de toestand ook bedreigend. De kerk had ook schade, maar de grootste schade was aan de schepenbank, de woning van de voogd en aan de stadsmolen toegebracht. Toch gingen de kerkdiensten gewoon door, want zeker in deze tijd van nood werd er veel en lang gebeden. Wie maar even kon kwam bidden voor zichzelf, zijn gezin en voor zijn stad en vurig werd gehoopt dat deze oorlog snel ten einde zou zijn. Dan kwamen er tenminste weer betere tijden.


Volgende: Sittards bouwkundige verleden rond 1500
Vorige: Bouwgeschiedenis rond het jaar 1543
Overzicht: Periode 1543

Andere verhalen over dit onderwerp:Wonen.