Rond 1955

Opnieuw werd Walram wakker, nu heel langzaam, alsof hij niet los kon komen uit zijn slaap. Wat is er met mijn stad gebeurd? vroeg hij zich halfluid af. Er hangt zo?n vreemde sfeer, half terneergeslagen, half ontevreden en kribbig.

Daar zeg je zo wat, antwoordde Jacob, je hebt geen ongelijk. Door de mijnen is Sittard zeker zeer sterk gegroeid; er zijn ook veel meer winkels en bedrijven gekomen. De oude binnenstad is daaraan niet zo goed aangepast: daar woont nu nog maar tien procent van de stadsbevolking, die nu rond 30.000 zielen telt! Bovendien heeft Geleen, en niet Sittard, de zetel van de Mauritsmijn gekregen. Hoewel aanvankelijk veel kleiner, is het veel sneller gegroeid en nu ongeveer even groot, met veel modernere winkels. Dat wekt in Sittard wel wat schele ogen... Er zijn nu twee kampen: het ene wil haast alles afbreken en vernieuwen; het andere wil haast alles behouden. Vier jaar geleden, in 1951, wilde men de Begijnenhofwal afbreken. Men heeft toen een stichting opgericht om dit soort vandalisme tegen te gaan en die mijn naam gegeven ? iets waarmee ik erg verguld ben. Zo kan ik nog steeds bijdragen aan het welzijn van Sittard! Andere plannen hielden de afbraak van een deel van de Michielskerk in, of van de vakwerkhuizen in de Gruizenstraat. Die plannen zijn niet doorgegaan, maar men heeft niet alle onheil kunnen tegenhouden. Zo is er nu een plan het stadhuis op de markt af te breken om daar een V&D warenhuis neer te zetten. Dat plan zal wel doorgaan. En tegelijkertijd is men bezig met het opstellen van een lijst van Rijksmonumenten, wat weer hoop kan geven.


Volgende: De organisatie van het Sittardse St.-Petruskapittel
Vorige: Het Sittardse St.-Petruskapittel; de oprichting
Overzicht: Kerk en Geloof

Andere verhalen over dit onderwerp:Periode 1955, Tijdreis.