De rekeningen van de rentmeesters

In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Akense Domkapittel, waarvan de rekeningen vrijwel ononderbroken vanaf 1366 bewaard zijn gebleven, zijn de rekeningen van de rentmeesters van het Sittardse kapittel nog maar zeer fragmentarisch aanwezig. In totaal zijn er 35 rekeningen bewaard, waarvan 33 uit de 18e eeuw en 2 uit de 17e eeuw. De oudst bewaarde rekening dateert uit 1648/49.

Het boekjaar begint elk jaar op het feest van St.-Johannes de Doper (24 juni) en loopt dan tot St.-Johannes de Doper van het volgende jaar: met de rekening van 1720/21 wordt dus bedoeld de rekening van 24.6.1720 - 24.6.1721.

De rekeningen geven een (korte) opsomming van alle inkomsten en uitgaven van het kapittel in het betreffende boekjaar. Zij bevatten steeds een aantal vaste rubrieken, die blijkbaar elk jaar gewoon van het vorige jaar werden overgenomen en die eventueel achteraf werden aangepast cq bijgesteld. Derhalve zijn ze vaak voor een groot gedeelte hetzelfde, inclusief de meeste bedragen, zeker bij de 18e eeuwse rekeningen.


Volgende: De inkomsten van het kapittel
Vorige: Tiendschuur 1841
Overzicht: Tiendschuur

Andere verhalen over dit onderwerp:Periode 1400, Handel en Economie.