Meules van Zitterd

Sittard Kalender 1986

In het jaar 1582 geeft de Hertog van Gülick toestemming om nabij Sittard een schors- en slijpmolen te bouwen. Hiermede was het mogelijk de Stadbroekermolen te bouwen. Er werd eikeschors gemalen. Het maalsel werd gebruikt in looiputten om huiden te looien. De zo talrijke leerlooiers van Sittard zouden met deze schorsmolen zeer gediend zijn.
In 1801 werd de molen omgebouwd om ook gebruikt te worden als graanmolen. In 1955 - de molen was al buiten gebruik - zijn de gebouwen door onteigening overgegaan in handen van de gemeente Sittard. De water- en stoom graanmolen Stadbroek is inmiddels vervallen tot een ruïne. (Foto november-december).
Indien een belegerende vijand erin slaagde zich meester te maken van de Stenen Sluis - waar de Molenbeek zich aftakt van de Geleenbeek (zie kalender 1984 'kom mer èns oppe wal') - had hij de mogelijkheid de watertoevoer naar de stad af te sluiten, zaodat geen waterkracht meer beschikbaar was voor de watermolens. Binnen de stad was echter ook een rosmolen gelegen die, zeker in tijden van nood, in de behoeften kon voorzien. De rosmolen heeft gelegen in het op de Plakstraat uitkomende 'Rosmühlenstraesgen'. In de volksmond heet dit straatje het Neilesgètske.
Sittard heeft - buiten de omwalling- zeker een windmolen gehad die gestaan heeft op de hellingen van de Kollenberg. Tot voor kort kon dit enkel verondersteld worden op grond van de naamgeving van een voetpad richting Kolleberg vanuit de Broekstraat dat 'Aan de Wènjdmeule' heette en op grond van kadastrale gegevens. De juiste plaats van de windmolen op de Kollenberg kon niet aangegeven worden.